Steppenwolf op de steppe

Onze bus en paspoorten blijven bij de douane achter en aan de hand van een vriendelijke douaniere zetten we onze eerste stappen op Mongools grondgebied. Yes, we hebben Mongolië in elk geval gehaald!

We lopen het kleine dorpje dat direct tegen de grens ligt in en worden naar een klein gebouwtje geleid met daarop zowaar de tekst ‘Hotel’.

Het uiterlijk van het gebouw doet vermoeden dat het wel een Spartaanse bedoeling zal zijn en dat wordt ook direct bij binnenkomst bevestigd. Het gebouw bestaat uit twee ruimtes. In de eerste ruimte zit een oma met kind op schoot bij een fornuis. Er pruttelt wat in de pan op het vuur. In onbegrijpelijke woorden wordt ons duidelijk dat wij onze spullen in het tweede vertrek kwijt kunnen. Deze ruimte is ongeveer 4 x 4 meter groot en er staan drie stapelbedden, vier losse bedden, een tafel, twee houten bankjes en een krukje. Elk bed heeft een spiraalbodem en daarop ligt een deken over een flinterdun matrasje. Als je op het bed gaat zitten raak je met je kont nog net niet de vloer. Hierdoor lijkt het alsof je in een hangmat ligt. In het hele gebouwtje hangt een weeiige zure lucht van warme melk, kaas en drogend vlees.

Het toilet blijkt achter het gebouw te staan en bestaat uit een klein hok dat over een groot gat van 1 x 1 meter is gebouwd. Over het gat liggen twee smalle planken waarop je zou moeten gaan staan of hurken om je behoefte te doen. Als je je evenwicht verliest val je in het anderhalf meter diepe gat vol stront. Niet echt een fijn vooruitzicht. Omdat wij allemaal sowieso te lang zijn om rechtop op de planken te balanceren, kiezen we ervoor om maar geen gebruik te maken van dit toilet.

Dit is dus ons hotel voor de nacht.

Er lopen 3 kleine kinderen rond die constant om aandacht van ons vragen. Ze hebben vieze kleding aan, maar ja, alles is hier vies, dus zo gek is dat niet. We voetballen even met ze en de kinderen hebben de grootste lol.

Het voelt alsof je een klap voor je kop krijgt van de armoede die hier heerst. Hadden we nu onze bus maar bij ons, daar hebben we nog wel wat kleding en spullen in liggen die hier goed van pas zouden komen. Maar ja, de bus staat achter slot en grendel bij de douane.

We besluiten om het eten over te slaan om te voorkomen dat we alsnog gebruik moeten maken van het eerder beschreven toilet. Wel weten we nog wat droog brood en water en cola te regelen, daar moeten we het maar mee doen. Met de kinderen bij ons aan tafel, schrijven we nog aan wat stukjes voor het blog en in onze dagboeken. We gaan vroeg naar bed, want goed slapen zal wel niet zo makkelijk gaan op deze bedden…

De volgende dag zijn we vroeg op. Marcel heeft erg slecht geslapen, Harrie en Rob maar weinig beter. We moeten uiteindelijk nog ruim een uur wachten voor we weer naar onze bus mogen en we alle formaliteiten kunnen afhandelen. Er zijn hier veel kastjes en muren, maar uiteindelijk gaat het nog best vlot en zijn de douaniers erg vriendelijk.

Op naar Ölgiy en van daaruit naar het eerste doel van onze reis: alle meegenomen spullen en kleding afgeven bij Stichting Steppenomaden in een dorpje dat op zo’n 40 kilometer van Ölgiy ligt. Zo gepiept zou je zeggen, maar dan maken we kennis met de minder prettige kant van de steppen. Er openbaren zich paden die als wegen vermeld staan op de kaart. Die paden lopen elk hun eigen weg. Iedereen zoekt hier naar het beste pad en geen enkel van die paden is goed berijdbaar te noemen voor onze Yak-bak. De ondergrond is keihard en voorzien van een soort wasbord aan hoge ribbels. Bij bijna elke snelheid wordt de bus bijna uit elkaar geschud.

We moeten voorzichtig rijden om te voorkomen dat we nog meer pech krijgen. Die wil je hier echt niet hebben. Bovendien hebben we daar geen tijd voor.

We doen bijna 2 uur over het stuk van 40 kilometer. En daarna moeten we ook weer terug! Maar goed, als we er dan uiteindelijk zijn, is de ontvangst geweldig! We worden een gers in geleid waar al een heerlijke maaltijd op ons staat te wachten. We vragen en vertellen van alles en zo komen we onder andere meer te weten over het werk van de Stichting, maar ook over de symboliek achter de ontzettend mooie en kleurrijk geborduurde doeken die de binnenkant van de gers sieren. Erg leuk allemaal!

Dan rijden we naar het schooltje dat door de stichting is gebouwd en pakken daar onze bus uit. Ze zijn erg blij met alles dat we hebben meegenomen!

Helaas kunnen we niet blijven om te overnachten, we moeten verder! Eerst dat hele stuk weer terug over de route die we ook gekomen zijn. De omgeving is ongekend mooi en uitgestrekt. Je waant je regelmatig alleen op de wereld, ondanks dat er wel degelijk meer mensen op pad zijn. Het grootste deel daarvan rijdt echter in een 4WD of een vrachtwagen. Bijna niemand waagt zich hier in een bus. Maar ja, uiteindelijk was dat toch ook wel één van de vele uitdagingen van deze rally; rijden over de steppen van Mongolië! En ja, het is een hele uitdaging, maar ook wel erg gaaf om te doen. Steeds zoeken naar het beste pad, soms moet dat heel langzaam, soms wat vlotter. Een enorme stofwolk achtervolgt ons overal waar we gaan. We moeten een aantal keer een beekje oversteken en soms kiezen we ervoor om dat ergens anders te doen. Het is leuk maar wel erg inspannend rijden. En qua kilometers schiet het niet op.

Her en der staan gersen op de steppen. Hele kuddes met paarden, koeien, yaks, schapen en geiten komen we tegen. We spotten echte kamelen, die met die 2 bulten! Het wemelt hier van de roofvogels en soms komen die heel dichtbij. Fantastisch!

Als we bij Ölgiy komen, is er weer sprake van een geasfalteerde weg. Gedurende 70 kilometer zoeven we over het Chinese asfalt. Naar het schijnt, wordt deze weg gefinancierd door China in ruil voor rechten op Mongoolse grondstoffen. Dat heerlijke asfalt houdt echter weer op en dan moeten we nog bijna 200 kilometer naar Hovd en op dat hele stuk schijnt geen asfalt te liggen. Gezien de tijd kunnen we nog makkelijk een paar uur rijden dus besluiten we door te rijden tot de zon onder gaat en dan op de steppen te kamperen.